Gewoon gelukkig in een rijtjeshuis

Over de veranderingen op de woningmarkt verschijnen jaarlijks honderden artikelen, presentaties, columns en wat al niet meer. Ze zijn vaak gebaseerd op eigen meningen, waarnemingen van trends en – soms – op gedegen onderzoek. We hebben in Nederland ook enkele hoogleraren die zich ermee bezighouden en één van hen is prof. Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar gebiedsontwikkeling. Hij heeft alle onderzoeken naar gewenste woonvormen ‘afgegraven’ en heeft onlangs op een symposium zijn conclusie bekendgemaakt. En wat blijkt? We grossieren in woningtypes (van boerderette tot patiowoning, van cottage tot splitlevelwoning), maar het meest populair is en blijft het rijtjeshuis. Van ‘domweg gelukkig in de Dapperstraat’ tot ‘gewoon gelukkig in een rijtjeswoning’.

Zeven van de tien Nederlanders zijn dik tevreden met – een iets andere formulering – een grondgebonden eengezinswoning. “De wereld staat in brand, de samenlevingsvormen veranderen en er zijn veel migranten, maar voor wonen blijft zich een bepaald patroon aftekenen”, zegt De Zeeuw. Hij noemt onze woonvoorkeuren ‘robuust en stabiel’: “De enige verandering die je ziet is dat we wat meer richting stedelijke regio’s trekken.”

Hoewel ik zeker niet bang ben om met een professor van mening te verschillen, ben ik het helemaal met Friso de Zeeuw eens. Natuurlijk, er is veel aandacht voor andere woonvormen, zoals appartementen en experimentele woonvormen. En ook tweekappers, vrijstaand geschakelde woningen, vrijstaande woningen, villa’s en bungalows vormen belangrijke marktsegmenten. Maar de behoefte aan eengezinswoningen in de rij blijft het grootst, niet alleen bij gezinnen, ook bij jongeren en ouderen. Veel animo voor veel kleinere woningen is er niet, aldus De Zeeuw. Als mensen kleiner gaan wonen, heeft dat volgens hem te maken met betaalbaarheid en de wens om in grote steden te wonen. En een rijwoning in het centrum is meestal niet te koop.

Betekent dit dan dat de consument niet veranderd is? Dat kun je zeker niet stellen. Duidelijk is dat de mensen meer ruimte dan vroeger willen in hun eengezinswoning. Er wordt vaker thuis gewerkt, veel mensen willen een ‘eigen’ werkruimte met een vaste plek voor de computer. En ook hecht de consument eraan de woning een eigen stempel mee te geven. Ze willen de ruimte meer dan vroeger naar eigen inzicht indelen en afwerken. Door innovatie in bouwtechniek en bouwproces kan dat ook. Steeds vaker bieden ontwikkelaars en bouwers ruime keuzemogelijkheden aan in hun nieuwbouwplannen: keuken voor of achter, direct een aanbouw aan de achterzijde, luxe afwerking in materialen, etc. Zo kun je “in de rij” toch je eigen identiteit en karakter vormgeven.