Concurrentie op de woningmarkt blijft

Een nogal radicaal voorstel kwam onlangs van een werkgroep van Metropool Regio Eindhoven (MRE). Op het gebied van wonen moet Zuidoost-Brabant voortaan als één gemeente worden bestuurd. Kort samengevat wil de werkgroep dat de regio één regionale woonvisie ontwikkelt, dat gemeenten hun bevoegdheden overdragen aan een Regionale Woningraad en dat er op termijn ook één gezamenlijke grondbank komt. Onnodige concurrentie voorkomen is een voornaam argument van de werkgroep, waarin o.a. drie wethouders uit de regio en vertegenwoordigers van marktpartijen zitting hebben.

Er zal nog heel wat water door Dommel en Aa moeten stromen voor het zover is, als het al zover komt. De belangen zijn groot. Veel gemeenten hebben veel geld in grond geïnvesteerd en de financiële positie van de gemeentelijke grondbedrijven is nogal verschillend. Daarbij: concurreren zit een beetje in het bloed. En op zich is concurrentie altijd goed op een markt, dus ook op de woningmarkt.

Concurrentie tussen gemeenten is al zo oud als de wereld. Een voorbeeldje uit de praktijk: de gemeente Helmond is niet blij zijn met de ontwikkeling van de uitbreidingslocatie Nuenen-West. Dat is immers een regelrechte concurrent voor Helmonds succesnummer Brandevoort. De gemeente Eindhoven ziet daarentegen voordeel in de uitbreiding van Nuenen: de nieuwe bewoners leveren meer draagvlak op voor de voorzieningen in Eindhoven en wie weet komt Nuenen toch wel een keer onder Eindhovense vleugels. Dus politiek gezien is het een lastig dossier, zo’n Regionale Woningraad, al zal iedereen de noodzaak van afstemming onderschrijven.

Snijden in eigen vlees is moeilijk. Ik moet de gemeenteraad nog tegenkomen die van een mooi bouwplannetje in eigen dorp afziet vanwege de regionale woonvisie. Los daarvan is enig realisme over de stuurbaarheid van de markt op z’n plaats. De vraag van de consument bepaalt uiteindelijk het succes van plannen en ontwikkelingen. De trend is op dit moment richting groot. De trek naar de stad is niet meer te stoppen en binnen plattelandsgemeenten met meerdere kernen is ook een verschuiving naar de centrumplaatsen met meer voorzieningen waar te nemen. Klein wordt kleiner en groot groter, of er nu een Woningraad is of niet.