Geclusterde woonvormen
De meesten van ons wonen in een huis, maar het appartement rukt op. Van de bijna 8 miljoen huishoudens wonen er bijna 5 miljoen in een eengezinswoning, variërend van rijwoning tot vrijstaande villa. Daarnaast telde het CBS recent 2,8 miljoen meergezinswoningen, dus flatwoningen of appartementen. Dat aandeel is over een langere periode gezien wel licht groeiend. Van alle huishoudens behoort ruim 3,7 miljoen (47% van het totaal) tot de leeftijdsgroep 55+. En het aantal huishoudens in de categorie 75+ heeft in die groep een fors aandeel: dat zijn er maar liefst ruim 1 miljoen. Het aantal ouderen zal de komende decennia fors toenemen. Ouderenhuisvesting wordt dus een steeds belangrijker onderwerp. Daarom is een Monitor Ouderenhuisvesting opgezet en daaraan ontleen ik een aantal van de cijfers die ik zojuist gaf.
Uit het meest recente onderzoek blijkt opnieuw dat 55-plussers minder verhuisgeneigd zijn dan jongeren. Ze vormen een derde deel van de totale bevolking, maar nemen nog geen 15% van het aantal verhuizingen voor hun rekening. Ze zijn vaker tevreden over hun woning en hun woonomgeving en gehecht aan de buurt. Het is altijd leuk om die cijfers te vertalen naar mensen in onze omgeving. Want natuurlijk kennen we allemaal mensen die als alleenstaande oudere of als ouder echtpaar een redelijk ruim, vaak al afbetaald huis bewonen. En natuurlijk denken die ouderen zelf ook wel eens: ja, wat moet ik eigenlijk met al die ruimte en wat zou een gezin met pakweg drie kinderen hier blij mee zijn. Maar ja, de kleinkinderen komen toch nog wel eens logeren en om dan toch de stap te zetten naar een veel kleiner appartement, vaak tegen veel hogere lasten … daar komt het dan toch niet van. Tot men beperkingen gaat ervaren die het wonen in de eigen vertrouwde woning bemoeilijken.
Het is in mijn ogen heel moeilijk om hier een vlotte doorstroming te realiseren. Veel mensen, ook ouderen, koesteren toch de ruimte waarover ze beschikken, al zouden ze met minder toe kunnen. Ik zie dan ook weinig in pogingen om ‘geclusterde woonvormen voor ouderen’ tot een speerpunt van beleid te maken. Natuurlijk is er een categorie ouderen geïnteresseerd in ‘knarrenhofjes’ en laten we die vooral mogelijkheden bieden. Maar ik denk dat dit een zeer beperkte groep is en dat het stimuleren van die geclusterde woonvormen weinig zoden aan de dijk gaat zetten.